
Adres: Jetze Veldstraweg 111, 8513 CH Oldeouwer | ||
Monumentnummer: | 13246 | |
Kapvorm: | Helmdak | |
Dakbedekking: | Gepotdekselde planken | |
Materiaal stoel: | Grenenhout | |
Fundering: | Zes bepleisterde poeren | |
Bouwjaar stoel: | Eerste vermelding 1738 | |
Luidsysteem: | Vliegende klepel | |
Wordt geluid bij: | Begrafenissen | |
Gietjaar klok: | 1952 | |
Gegoten door: | Van Bergen te Heiligerlee | |
Diameter klok: | 76,3 cm / toon C22 | |
Gewicht klok: | 280 kg | |
Eigenaar: | Stichting BRM | |
Herbouwwaarde: | € 90.000 | |
Kadastrale gegevens: | Langweer B 3793 | |
RD-Coordinaten: | 183807 550509 |
Tekst op klok:
MYN LÛD NIJ ALD MYN BEA FREDE OER IT OUSTER GEA
VAN BERGEN HEILIGERLEE 1952
Vertaling uit het Fries: Mijn geluid is nieuw, oud mijn bede, vrede over het Ouwster landschap.
Versiering op de klok:Boven op de flank staan drie naar links lopende zwanen afgebeeld. Boven de slagring afbeeldingen van zes eveneens naar links lopende koeien.
Geschiedenis
Geplaatst 4 september 2020
Als u kennis wilt nemen van de onderhoudstoestand van dit object, klik dan op Inspectierapport Oldeouwer 2020. Deze inspectie is, in combinatie met de inspecties van de andere objecten, mede leidend voor de onderhoudsbegroting van de komende vijf jaar.
Verwijderd inspectierapport 2016.
Geplaatst 1 mei 2020
In 2000 is tijdens onderhoudswerkzaamheden de trekbalk vernieuwd en op onderdelen het houtwerk hersteld. Als laatste zijn de traptreden en het draaihekje gelegen voor het kerkhof hersteld.
Op een door een gracht omgeven verhoogd kerkhof een houten klokkenstoel met helmdak.
De bijbehorende kerk is rond 1800 gesloopt.
In 2014 zijn alle door de Stichting BRM te beheren Rijksmonumenten visueel geïnspecteerd door Monumentenwacht Fryslân. Als u kennis wilt nemen van de onderhoudstoestand van dit object, klik dan op Inspectierapport Klokkenstoel Oldeouwer.
Deze inspectie is, in combinatie met de inspecties van de andere objecten, mede leidend voor de onderhoudsbegroting van de komende vijf jaar.
Bron: www. reliwiki.nl – Tekening van J. Stellingwerf